Arxia roept onderhandelaars op voor een coherent privaat veiligheidsbeleid
Oproep aan de onderhandelaars voor een coherent beleid inzake private veiligheid
Geachte heer de formateur, Meneer De Wever,
Meneer Bouchez,
Meneer Mahdi,
Meneer Prévot,
Meneer Rousseau
Via deze brief willen wij uw aandacht vragen voor de rol van de private veiligheidssector binnen een geïntegreerd veiligheidsbeleid in het kader van de huidige onderhandelingen. Veiligheid is allang niet meer uitsluitend de verantwoordelijkheid van de publieke veiligheidsdiensten. Sinds de invoering van het integraal veiligheidsmodel in het jaar 2000 ligt de taak om criminaliteit, overlast, het gevoel van onveiligheid en dreigingen te voorkomen ook bij burgers en ondernemingen. In dit kader willen wij een oproep doen aan de toekomstige beleidsmakers om de groeiende en essentiële rol van professionele veiligheidsondernemingen ernstig te nemen en werk te maken van een geïntegreerde aanpak. Een integraal en geïntegreerd veiligheidsbeleid noopt tot samenwerking èn overleg met evenzeer private partners.
Daarom verzoeken we jullie nadrukkelijk:
Structurele samenwerking te faciliteren die impliciet uitwisseling van informatie en beheer mogelijk maakt;
Het laten uitvoeren van ‘oneigenlijke’ overheidstaken door de private sector;
Vermijden van verdere overreglementering door een sterke vereenvoudiging van de talrijke uitvoeringsbesluiten en het aantal veiligheidsverificaties voor de werknemers.
Maatschappelijke relevantie
De private veiligheidssector vervult een cruciale maatschappelijke functie. Met bijna 20.000 bewakingsagenten is de sector stevig verankerd in de veiligheidsprocedures van diverse publieke en private opdrachtgevers. Indien we daarbij de installateurs voor camera- en alarmsystemen, veiligheidsadviseurs en opleidingsinstellingen meerekenen kunnen we niet anders dan vaststellen dat er binnen België een sterke behoefte leeft aan onze dienstverlening. In Europa groeit de sector sneller dan de publieke politie en overtreft deze intussen in personeelsomvang. Het is daarmee vanzelfsprekend een economisch relevante industrie. Zo telt onze sector in de Europese Unie intussen méér dan 2 miljoen werknemers.
Dankzij de aanwezigheid van bewakingsagenten, de inzet van technologische oplossingen en professionele alarmopvolging kunnen miljoenen burgers dagelijks veilig hun werk betreden en verlaten. Dit komt de welvaartscreatie en herverdeling ten goede. Het festivalseizoen verloopt zonder noemenswaardige incidenten, supporters kunnen zorgeloos sportwedstrijden bijwonen, jongeren feesten ongestoord en studeren in veiligheid aan onze universiteiten en hogescholen. En dat is nog zonder de bescherming van kritieke infrastructuren en high-risk klanten die ons strategisch gelegen België rijk is, te noemen. Kortom, de sector heeft zich bewezen als een betrouwbare en succesvolle veiligheidspartner.
Door de jaren heen heeft de private veiligheidssector zich sterk geprofessionaliseerd en biedt ze duurzame werkgelegenheid aan verschillende groepen, zoals jongeren, ouderen, werkzoekenden en mensen met een migratieachtergrond. Dankzij deze werkgelegenheid krijgen zij de kans om bovenop hun basisvaardigheden andere competenties te ontwikkelen via een breed scala aan (wettelijk verplichte) opleidingen. Dit verhoogt niet enkel hun kansen op interne horizontale en verticale mobiliteit maar versterkt hun toekomstkansen in de totale arbeidsmarkt. De private veiligheidssector levert aldus een sociale en economische bijdrage aan de maatschappij.
Verschillende academische studies en publicaties buigen zich al geruime tijd over de vraag waarom criminaliteit afneemt. Eén factor die telkens naar voren komt, is de inzet van bewakingsagenten en het gebruik van camera- en alarmsystemen door burgers en organisaties. Met andere woorden, de private veiligheidssector draagt daadwerkelijk bij aan een veiligere samenleving.
Ondersteuning aan politie- en veiligheidsdiensten
Het is bekend dat publieke veiligheidsdiensten (vb. de politiediensten) steeds zwaarder belast worden door maatschappelijke, budgettaire en organisatorische veranderingen. Politieagenten verdienen ons grootste respect voor de vaak onmogelijke taken die zij moeten uitvoeren. De toenemende specialisatie van taken, de groeiende verwachtingen van de samenleving en de complexiteit van de politiestructuur resulteren in stijgende kosten en een hogere werkdruk. Zowel Federale als Lokale politieverantwoordelijken hebben deze problematiek al herhaaldelijk aangekaart.
Gezien de huidige budgettaire uitdagingen van ons land is het vinden van oplossingen geen eenvoudige opgave. Toch worden al decennialang twee opties naar voren geschoven: de nadruk op partnerschappen met private partners en een herdefiniëring van kerntaken. Helaas blijft de kloof tussen nood en werkelijkheid al jaren onoverbrugbaar.
Partnerschappen lijken vanzelfsprekend in een integraal veiligheidsbeleid, maar dat is niet altijd het geval. De beleidsdocumenten en -plannen[1] bevatten weliswaar potentieel om samenwerking met de private sector te faciliteren, maar in de teksten is de private veiligheidssector toch vooral de grote afwezige. Dit is toch een gemiste kans? Er waren twee initiatieven van ontslagnemend Minister van Binnenlandse Zaken, mevrouw Verlinden, die hoop boden.
Ten eerste is er de Staten-Generaal van de Politie, een blauwdruk voor de politie van de toekomst. Het slotwoord van deze publicatie omvat de visie en het onderschrijven van enkele hoofdlijnen van de auteurs door de Minister. Ze onderstreept dat de veiligheidsuitdagingen slechts kunnen worden aangepakt met alle actoren in het veiligheidslandschap, waaronder de publiek-private samenwerking, en dit zonder taboes. Partners vervullen daarin, volgens haar, een specifieke rol in een ketengericht en integraal veiligheidsbeleid. Daarvoor dient in eerste instantie het kerntakendebat voor de Geïntegreerde Politie te worden geëvalueerd, vooraleer veiligheidsvraagstukken geïntegreerd kunnen worden aangepakt en hoe diezelfde partners daarin kunnen worden betrokken.
De Minister bevestigt vervolgens dat vanuit verschillende politiezones een grote vraag leeft om de private sector bijkomende taken toe te bedelen maar stelt tegelijkertijd vast dat het huidig wettelijk kader dit voorlopig niet toelaat. Ze besluit terecht dat een aantal taken (waaronder onthaal, camerabeelden in realtime bekijken, dispatching…) slechts voorbeelden zijn die de private veiligheidssector, mits wijziging van het wettelijk kader en respect voor fundamentele rechten en vrijheden, kan aanbieden aan de politiediensten.
Deze visie en aanpak lijkt ons inderdaad te getuigen van de juiste insteek en bevestigt het streven van de beleidsverantwoordelijken om de integrale veiligheidsgedachte recht te doen, met alle partners dus.
Daarnaast is er de Staten-Generaal voor de Private Veiligheid, die is opgericht om aanbevelingen aan de Minister te doen. Een belangrijke conclusie van dit initiatief is de noodzaak van betere informatie-uitwisseling tussen publieke en private partijen. Hoe kunnen veiligheidsprofessionals effectief samenwerken als zij niet de mogelijkheid hebben om essentiële informatie te delen? Het huidige wettelijk kader is bovendien te beperkend, wat samenwerking bemoeilijkt. Dit geldt niet alleen voor publiek-private samenwerkingen, maar zeker ook voor technologische innovaties. Terwijl technologie zich razendsnel ontwikkelt, blijft de overheid achter. In veel gevallen beschikt de private sector bovendien over meer expertise dan de publieke sector bij de aanpak van bepaalde vormen van criminaliteit. Het onbenut laten van dit potentieel zou dan ook een gemiste kans zijn.
Voortrekkersrol
Ons land heeft altijd een leidende rol gespeeld in de regulering van de private veiligheidssector, wat onmiskenbaar heeft bijgedragen aan de hoge professionalisering en kwaliteit van de dienstverlening. Buurlanden kijken met interesse mee om te evalueren of bepaalde regelgeving ook in hun nationale context relevant kan zijn. Onze ondernemingen functioneren binnen het strikte wettelijke kader dat het evenwicht bewaard tussen noodzakelijke veiligheidsbevoegdheden en het waarborgen van de fundamentele rechten en vrijheden. Naast de kaderwet van 2 oktober 2017 tot regeling van de private en bijzonder veiligheid worden tientallen uitvoeringsbesluiten benoemd tot verdere regeling van de sector. In overeenstemming met de inleidende tekst van deze kaderwet vragen wij aan de onderhandelaars in de herschikking van toekomstige uitvoeringsbesluiten aandacht te besteden aan administratieve vereenvoudigingen en, waar mogelijk, digitalisering.
Conclusie
“Veiligheid begint niet bij het vatten van criminelen, maar bij het voorkomen van criminaliteit.” Als België haar leidende rol wil behouden en haar streven naar een veiligere samenleving wil versterken, moet zij haar private partners erkennen en verder betrekken in een integrale ketenaanpak.
Daarom vragen wij expliciet aan de onderhandelaars:
Structurele samenwerking te faciliteren die impliciet uitwisseling van informatie en beheer mogelijk maakt;
Het laten uitvoeren van ‘oneigenlijke’ overheidstaken door de private sector;
Vermijden van verdere overreglementering door een sterke vereenvoudiging van de talrijke uitvoeringsbesluiten en het aantal veiligheidsverificaties voor de werknemers.
Tijdens de afgelopen legislatuur werd onze sector niet opgenomen in de regeringsverklaring, wat heeft geleid tot een gemiste kans om belangrijke beleidsinitiatieven te nemen. Toch toont het voorgaande, in het bijzonder de -eerder theoretische - initiatieven van Minister Verlinden, aan dat er veel ideeën zijn over wat de toekomst kan brengen. Laten we deze keer woorden omzetten in concrete beleidsdaden, zonder taboes. De ideologische discussie over de rol van de private sector is immers al lang beslecht.
Laten we vooruitkijken en samen werken aan de veiligheid van onze samenleving.
Hoogachtend,
Bruin Bourgois Filip Smeets
Voorzitter raad van bestuur Chief Executive Officer
[1] Kadernota Integrale Veiligheid, Nationaal Veiligheidsplan en de Nationale Veiligheidsstrategie.